Lees ook: Validisme in je taalgebruik en wat je er aan kunt doen
Daar ben ik weer!
Ik ben boos. Ik ben boos op heel veel dingen. Daarom ben ik deze blog gestart. Hierbij de problemen van de Wajong en de Participatiewet (en de algemene bemadering van de overheid als het gaat om uitkeringen en toeslagen) uitgelegd in hopelijk begrijpelijke taal.
Ik merk dat ik het erg lastig om dit goed uit te kunnen leggen. Dat komt omdat het hele gebeuren een ingewikkelde situatie is. Dit alleen al is enorm problematisch, juist voor de mensen op wie het van toepassing is.
Sterker nog; er is nog veel meer over te vertellen. Ik zou hier wel vijf artikelen over kunnen schrijven.
De Wajong-uitkering is bedoeld voor jonggehandicapte mensen. Je komt in aanmerking voor een Wajong-uitkering als je door een ziekte of handicap nooit meer kan werken.
En als 1 van deze situaties voor jou geldt:
Daarnaast moet je voldoen aan de volgende voorwaarden:
je woont in Nederland en je bent minimaal 18 jaar.
De Wajong is de afgelopen jaren meerdere keren op de schop gegaan. Zo is er een zgn. ‘oude Wajong’ (voor 2010), 2010-Wajong, en 2015-Wajong. Met ingang van 1 januari 2021 zijn deze tot 1 regeling omgebouwd.
Een Wajonger die werkt, heeft nu altijd minimaal hetzelfde inkomen als een niet-Wajonger met hetzelfde functieloon die dezelfde uren werkt. Het UWV gaat voor alle werkende Wajongers de nieuwe regels met de oude regels vergelijken. Is de nieuwe Wajong lager dan de oude, is er een compensatieregeling. De garantietermijn is 12 maanden. Als je je baan verliest en binnen 12 maanden weer een nieuwe baan vindt, start je aanvulling weer.
Let op: hier zijn uitzonderingen voor.
Vanaf september 2020 is er geen korting meer op de uitkering van Wajongers die al studeren of die van plan zijn te gaan studeren. Onder voorwaarden kunnen studerende jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen in aanmerking komen voor een Wajong.
Wajongers die minder dan 20% arbeidsvermogen hebben maar toch werken, mogen van iedere verdiende euro € 0,30 houden. Daarnaast is de Wajong samen met een eventueel aanvullend salaris nooit meer dan het minimumloon.
De Participatiewet werd in 2015 ingevoerd. De wet zou het voor werkgevers overzichtelijker en makkelijker moeten maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. De Participatiewet verving de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). De wet moest zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking of afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen.
Volgens een onderzoek 5 jaar na invoering van de Participatiewet van het Sociaal Cultureel Planbureau is dit niet gelukt. De kans op een baan is nauwelijks verhoogd (van 7% naar 8%). De kwaliteit van banen voor Wajongers is afgenomen met minder banen, minder vaste contracten en meer kleine banen (>20 uur p/w). Voor mensen met een functiebeperking is de kans op werk zelfs flink gedaald. Zij werken vaker in tijdelijke banen en ze hebben minder vaak recht op een uitkering. Volgens het SCP komt het falen hiervan door verkeerde aannames, waarvan de belangrijkste is: de afstand tot de arbeidsmarkt zou voor het grootste deel van de doelgroep te overbruggen moeten zijn.
Deze wetgeving faalt omdat de overheid ten eerste ontzettend bureaucratisch is, en ten tweede omdat (zie: toeslagenaffaire) mensen met een uitkering nog altijd worden gewantrouwd terwijl uitkeringsfraude nauwelijks voorkomt, namelijk ongeveer 0.2%. Hierdoor wordt het toch al kwetsbare mensen enorm moeilijk gemaakt om een uitkering te krijgen of behouden en moeten zij zich constant bewijzen, met keuringen die invasief zijn met soms plotseling stopzetten of korten van uitkeringen als gevolg.
Bovendien is de specifieke hoeveelheid bureaucratie die hierbij komt kijken een grote drempel voor jonggehandicapte mensen, vooral degenen met een verstandelijke of psychische beperking. Dit zorgt voor veel leed en stress.
Werken moet lonen. Het is werkelijk belachelijk dat Wajongers die werken gekort worden op hun loon. Volgens de nieuwe wet van 2021 kunnen Wajongers zelfs nooit uitkomen boven het minimumloon. En dat is te laag. De koopkracht daalt al jaren terwijl het minimumloon niet is gestegen. Hierdoor is het voor Wajongers nagenoeg onmogelijk om bestaanszekerheid op te bouwen, of zij nou werken of niet. Bovendien vind ik dat de overheid moet stoppen met doen alsof gehandicapte mensen uitkeringstrekkers zijn.