Wat is het zorgprestatiemodel? Het zorgprestatiemodel is een nieuwe manier voor het bekostigen van de GGZ. Het heeft dus te maken de manier waarop zorgverzekeraars de GGZ factureren en betalen. Het zorgprestatiemodel vervangt het huidige model, en zal gebruikt worden vanaf 1 januari 2022. Het is allemaal vrij technisch maar ik zal het in begrijpelijke taal proberen uit te leggen.
Met het zorgprestatiemodel wil de politiek en de zorgverzekeraars de administratielast verkleinen, zorg effectiever maken en doelgerichter. Hierdoor moeten wachtlijsten verkleinen en de facturen voor cliënten, verzekeraars en behandelaren begrijpelijker worden. En dat is nodig, want de wachtlijsten zijn lang, behandelingen zijn volgens het huidige model niet altijd effectief. Zeker complexe gevallen worden vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Maar is het zorgprestatiemodel wel een verbetering? En wat verandert er?
Van DBC’s naar het zorgprestatiemodel
Op dit moment maakt de GGZ voornamelijk gebruik van de zogenaamde Diagnose-Behandel-Combinatie (DBC). Dat zijn ‘ready to go’ pakketjes van zorg die als 1 ding worden gefactureerd. Bijvoorbeeld, als je je been breekt, zit de diagnose ‘gebroken been’, zes weken gips en een nacontrole daar standaard in. Voor dingen als een gebroken been is zo’n standaardpakketje heel handig.
Maar voor de GGZ, die complexer is en waar je niet altijd kunt bepalen in hoeveel gesprekken je een depressie ‘op kan lossen’, werkt het niet zo goed. Zeker niet als je bijvoorbeeld complex bent en langere tijd hulp nodig hebt. Of als je een diagnose hebt die je niet kan oplossen met therapie of medicatie (zoals autisme). Maar ook als je depressie al na 5 gesprekken beter wordt in plaats van 12. Met als gevolg: zorg die niet effectief is, gezeik met administratie en gesleep van hot naar her. Omdat een one-size-fits-all-pakketje gewoon niet zo goed werkt bij geestelijke gezondheidszorg.
Wat gaat er met het zorgprestatiemodel veranderen?
Vanaf 1 januari 2022 wordt zorg gefactureerd aan de hand van ‘prestaties’. Een prestatie is ongeveer hetzelfde als een zorghandeling. Een gesprek met je psycholoog is bijvoorbeeld een prestatie. Of een diagnose, een groepstherapie-sessie, of een onderling overleg. Dit zou voor minder administratief gedoe moeten zorgen. Zo kunnen behandelaren zich meer richten op daadwerkelijk behandelen. Omdat je dus geen one-size-fits-all DBC’s hebt, heb je dus altijd de juiste hoeveelheid zorg. Daarmee worden facturen ook overzichtelijker en begrijpelijker voor zowel de cliënt als de behandelaar. Dat is positief.
Maar er kleven ook nadelen aan dit model. De afgelopen maanden heb ik een aantal gesprekken gevolgd van GGZ-behandelaars op o.a. LinkedIn die hun zorgen uiten. Ook is er een politieke beslissing die aan het zorgprestatiemodel hangt waarvan ik bang ben dat die hele grote repercussies met zich mee gaat brengen.
Het probleem van indirecte tijd
Omdat er niet meer met DBC’s en urenregistratie gewerkt wordt, zit de zogenaamde indirecte tijd inbegrepen bij de ‘prestatie’. De indirecte tijd is de tijd dat je behandelaar bezig is met je dossier, administratie, diagnoses opstellen e.d. Dat is dus nu gestandaardiseerd. In de praktijk heb je soms wat minder indirecte tijd nodig bij het stellen van een diagnose, en soms wat meer.
Naar wat ik begrepen heb is deze indirecte tijd een nogal krap gemeten gemiddelde. Zeker voor complexere diagnostiek en zorg (waarbij dus meer indirecte tijd nodig is) is er gewoon veel te weinig ingecalculeerd. Hierdoor krijgen instellingen dus minder betaald hiervoor en zullen ze dat minder graag willen doen. Ook heeft het invloed op de kwaliteit van de zorg. Zo zal complexe GGZ dus minder opleveren. Waardoor je alsnog krijgt dat ‘complexere’ gevallen van het kastje naar de muur worden gestuurd. En juist de complexe groep heeft al zo veel te maken met ellenlange wachtlijsten en slechte zorg. Geen goed ding dus.
Het zorgprestatiemodel en het dubbele eigen risico
Met het zorgprestatiemodel komt ook een nieuwe aanpak van het eigen risico om de hoek kijken als het gaat om de GGZ, omdat facturen sneller worden verstuurd en er nu per prestatie zorg wordt geleverd in plaats van per DBC. Voorheen was het zo dat als je DBC doorliep naar een nieuw kalenderjaar, je alleen voor het eerste jaar eigen risico hierover hoefde te betalen.
Dit gaat veranderen: vanaf 1 januari 2022 zal je elk jaar eigen risico moeten betalen omdat de zorg nu per prestatie wordt bekostigd. De generalistische basis-GGZ wordt hierdoor nu grotendeels onverzekerd. Ben je nu in behandeling en loopt deze door naar volgend jaar? Dan moet je dus volgend jaar opnieuw eigen risico betalen. Let op: als je langdurig in behandeling bent betaal je nu al eigen risico. Dit gaat om mensen die een behandeling hadden die voorheen als één DBC werden gefactureerd en die doorlopen tot in het volgende jaar. Dan betaal je dus in feite twee keer eigen risico, waardoor je in het slechtste geval bijna 800 euro kwijt bent. In de reguliere zorg is dit nog niet zo, omdat daar voornamelijk nog met DBC’s wordt gewerkt.
Ik ben erg bang, en experts met mij (zie bronvermelding voor artikelen) dat deze politieke keuze enorm grote gevolgen gaat hebben voor de GGZ.
Het eigen risico: een boete op ziek zijn
Het eigen risico is een grote kostenpost als je in armoede leeft, en het is al bewezen dat mensen hierdoor zorg gaan mijden in de reguliere zorg. Zorgmijden betekent dat mensen bewust geen hulp voor hun medische problemen zoeken vanwege dit eigen risico. Daardoor belanden ze van de regen in de drup.
Zorgmijden kost zelfs levens, want als je de dokter niet kunt betalen voor dat knobbeltje in je borst, is de kans groot dat er te laat wordt ontdekt dat je borstkanker hebt. Ik hoef denk ik niet uit te leggen dat dit onomkeerbare en dodelijke gevolgen kan hebben.
In feite is het eigen risico daarom een boete op ziek zijn. Zorg zou toegankelijk en betaalbaar moeten zijn voor iedereen. Door het eigen risico kan je in feite alleen zorg krijgen als je het kunt betalen. Bijna 400 euro per jaar is een flinke hap uit je budget als je weinig te besteden hebt.
Van kwaad naar erger
Doordat de generalistische basis-GGZ in feite niet meer verzekerd is door het hoge eigen risico, zullen mensen met lichte psychische problemen minder snel hulp zoeken als ze dit niet kunnen betalen. Dit geeft ook problemen met wachtlijsten. Als je aan het einde van de wachtlijst staat en het is november, bedank je misschien eerder voor je behandeling. Terwijl de basis-GGZ juist toegankelijk en laagdrempelig moet zijn. Hierdoor kunnen lichte psychische problemen escaleren tot ernstige psychische problemen. Die laatste groep is extra kwetsbaar. Deze loopt risico op verslaving, dakloosheid, in aanraking komen met justitie, of erger.
De politie kan niet goed omgaan met psychische crisissituaties en ze zijn hier niet goed voor opgeleid. De cijfers van Controle Alt Delete liegen er niet om. 6 op de 10 mensen die overlijden onder verantwoordelijkheid van de politie vertoonden ‘verward’ gedrag. Daarnaast dealen we ook met de grootste wooncrisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Ook stijgen psychische problemen sinds de pandemie enorm.
Politieke keuzes die levens kosten
Mensen met complexere psychiatrische problemen en mensen die langer in behandeling zijn in de GGZ hebben gemiddeld ook een lager inkomen, vallen vaker onder de Wajong of zijn afgekeurd om te werken. Waardoor GGZ-patiënten die nu al complex zijn ongetwijfeld ook zullen gaan zorgmijden als hun behandeling over meerdee kalenderjaren valt. Dat nog los van de groep mensen die hier bij zullen gaan komen als gevolg van dit beleid.
Met de afbraak van de sociale voorzieningen die bedoeld zijn voor deze mensen in combinatie met beleid wat mensen in de problemen dwingt, ben ik erg bang wat dit gaat betekenen voor een groot deel van de bevolking. De Wajong is bijvoorbeeld allang niet meer toegankelijk of leefbaar.
Een deel van de bevolking wat steeds groter wordt nu de pandemie en de wooncrisis voortduurt, armoede blijft stijgen en politiegeweld de pan uit rijst. En dat gaat letterlijk levens kosten. Wat zegt Hugo de Jonge over het dubbele eigen risico? Dat het een ‘vervelend neveneffect is’ waar hij ‘niets aan kan doen’.
Zinnige zorg is een eufemisme voor bezuinigingen
De Nederlandse Zorgautoriteit beargumenteert dat de zorg met het Zorgprestatiemodel zinniger en doelgerichter wordt. En hoewel ik fan ben van niet onnodig geld weggooien, is dat eigenlijk een reden om stiekem weer een hele hoop extra te gaan bezuinigen in de GGZ. Dat zie je niet alleen terug in zorg die een prestatie moet leveren, maar ook in het korten van de salarissen van behandelaren door de indirecte tijd in te korten. En óók in de extra kosten voor cliënten met het dubbele eigen risico. Er wordt hiermee maar liefst 17 miljoen euro extra direct doorberekend naar de cliënt!
Terwijl wij weer druk bezig zijn met dealen met een nieuwe ziekenhuisgolf, wordt het zorgprestatiemodel stilletjes doorgevoerd. En daarmee verdere bezuinigingen in de toch al volslagen overbelaste GGZ. Een GGZ waar de wachtlijsten vaak zo lang zijn dat mensen soms jaren op hulp moeten wachten – tot het te laat is.