Autisme en gender

Autisme en genderdiversiteit

16 juni 2024 Door NeuroElfje

In het kader van Neurodiversity Pride Day 2024 giet ik een van mijn allereerste blogs in een nieuw jasje. Veel autistische mensen weten denk ik zelf al wel dat we heel erg vaak niet heteroseksueel of cisgender zijn. Ik ben dat zelf overigens ook niet: ik ben non-binair en biseksueel. Toen ik de eerste versie van deze blog schreef was ik nog druk bezig met het ontdekken van mijn genderidentiteit. Ik was toen ook nog anoniem. Deze blog en mijn persona van NeuroElfje was het eerste moment waarbij ik – onder een pseudoniem – openlijk queer durfde te zijn.

Allereerst: wat is gender?

Iedereen heeft een genderidentiteit. Je kunt bijvoorbeeld een man, een vrouw, non-binair, of agender zijn. Of je hebt een cultuurgebonden genderidentiteit zoals 2-spirit, of iets anders. Er zijn oneindig veel genderidentiteiten – dus niet twee zoals veel mensen denken! Bij de meeste mensen komt hun gender overeen met het geslacht dat hun toegewezen wordt bij hun geboorte. Dit noemen we ook wel cisgender. Mensen wiens gender niet hetzelfde is als hun geboortegeslacht, zijn transgender. Dat is ook geen harde scheidingslijn, trouwens. Ikzelf ben non-binair en noem mezelf expliciet niet transgender – dit heeft voor mij meerdere redenen.

Daarnaast kan gender veranderlijk zijn, en bij sommige mensen van dag tot dag verschillen.

Het fenomeen waarbij je gender niet overeen komt met je toegewezen geboortegeslacht wordt ook wel genderdiversiteit genoemd. In deze blog zal ik refereren naar alle mensen wiens gender niet overeen komt met hun geboortegeslacht als transgender en genderdivergente mensen.


Genderdysforie

Sommige transgender en genderdivergente mensen ervaren genderdysforie. Dat zijn intense negatieve gevoelens omdat hun geboortegeslacht en/of hun lichaam niet overeen komt met hun genderidentiteit.

 

Autisme en gender
Afbeeldingsomschrijving: twee gebalde vuisten voor een zwarte achtergrond met de letters "LGBTQIA+" erop geschreven in regenboogkleuren.

Wat heeft gender met autisme te maken?

Binnen de autistische gemeenschap is het al een tijdje bekend dat autistische mensen relatief vaak transgender, genderdivergent zijn of niet heteroseksueel. Dat is ook niet iets wat je met moeite opmerkt – ik denk dat iedereen dit zou kunnen zien als je een beetje in de autistische gemeenschap duikt.

Sommige autistische mensen denken dat omdat autistische mensen de wereld anders ervaren, ze gender relatief vaak ook anders ervaren. Deze samenhang is natuurlijk niet per sé hetzelfde als de oorzaak. Er zijn bijvoorbeeld ook genoeg mensen wiens gender niet overeen komt met hun geboortegeslacht die niet autistisch of neurodivergent zijn.

Wetenschappelijk onderzoek naar autisme en genderidentiteit was tot voor kort klein en versprokkeld, met verschillende opvattingen en onderzoeksmethoden. Dat maakt het lastig om een goede conclusie te trekken.

Gelukkig is er een paar jaar geleden wel een uitgebreide studie gedaan naar dit onderwerp, hierover later in dit artikel meer.

Neurogenders en autigender

Om het allemaal nog even ingewikkelder te maken, zijn er ook mensen bij wie hun gender om de een of andere manier verweven is met hun autisme of neurodivergentie. Dit heet ook wel neurogender. Neurogenders zijn niet altijd genders per sé, maar meer een aanduiding dat hun gender alleen geïnterpreteerd kan worden in de context van hun neurodivergentie.

Oftewel: hun gender wordt dusdanig beïnvloed door hun neurodivergentie dat de twee niet gescheiden kunnen worden.

In het geval van autisme zijn er ook autisten bij wie hun autisme hun gender dusdanig beïnvloedt dat je deze twee niet los van elkaar kunt zien. In dat geval zijn ze dus onlosmakelijk verbonden met elkaar. Dit wordt ook wel autigender genoemd.

Niet alle genderdivergente of transgender autisten zijn autigender of neurogender.

Zelf ben ik daar nog mee bezig. Ik vind het sowieso lastig om dit soort dingen van elkaar te scheiden: welk deel van mij is autistisch? Welk deel is queer? Welk deel van mij is ADHD’er? Welk deel heeft PTSS? Het loopt allemaal door elkaar heen. En dat is ook niet zo raar; ik heb immers maar 1 brein en ik ben 1 persoon.

Gender en autisme in de wetenschap

In 2020 is er eindelijk een uitgebreide studie gepubliceerd over autisme in relatie tot gender, waar 641,860 kinderen en volwassenen aan hebben meegedaan. 

Hieruit blijkt dat mensen die genderdivergent of transgender zijn, een grotere kans hebben om ook neurodivergent te zijn. Autistische mensen hebben zelfs een 3 tot 6 keer zo grote kans om genderdivergent of transgender te zijn ten opzichte van neurotypische mensen.

Daarnaast werd er vastgesteld dat transgender en genderdivergente mensen een grotere kans hebben op verschillende psychische aandoeningen.

Er zijn hier een aantal theorieën voor:

  • Autistische mensen geven misschien minder om sociale normen en zijn meer open in hun genderexpressie;

  • Dezelfde prenatale condities zouden kunnen bijdragen aan zowel autisme als genderdiversiteit;

  • Transgender en genderdivergente personen hebben een grotere kans op psychische aandoeningen vanwege marginalisatie, discriminatie, misbruik, psychisch of fysiek geweld en transfobie.

Neuroqueer theorie

Tegelijkertijd met de opkomst van het concept neurodiversiteit in de jaren negentig verscheen er een stroming in de sociale wetenschappen: queer theorie. Queer theorie onderzoekt queer mensen, hun geleefde ervaring en hoe hun ervaring cultureel of politiek wordt waargenomen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de marginalisatie van queer mensen.

Het was niet lang voor iemand de twee samenvoegde. Dit was de transfeminiene academicus Nick Walker, die het concept neuroqueer bedacht in 2008. Neuroqueer theorie onderzoekt de manieren waarop de maatschappij ‘normaalzijn’ construeert en definieert, en stelt deze constructies ter discussie. Het bekritiseert de pathologisering van neurodivergente mensen en de manieren waarop dit samengaat met de marginalisering van queer mensen.

In de kern onderzoekt neuroqueer theorie de volgende gebieden:

  • Vereniging voelen omdat men buitengesloten wordt door groepen die op één enkele identiteit zijn gebaseerd (queer óf neurodivergent), en het afwijzen hiervan.
  • Alles is vloeibaar, kneedbaar en veranderlijk. Ook de betekenis van wat het is om neuroqueer te zijn.
  • Afwijzing van elke vorm van identiteitshiërarchie en elke noodzaak tot zich aanpassen aan de norm.
  • Afwijzing van elk idee dat neurodivergentie of queerness genezen of onderdrukt zou moeten worden.

Autisme, gender en marginalisatie

Autistische mensen die transgender of genderdivergent zijn, worden dubbel gemarginaliseerd.

Het kan als autistitsch persoon heel moeilijk zijn om te navigeren in een wereld die niet voor ons is gebouwd. We ervaren dagelijks stigmatisering en validisme. Niet alleen in de maatschappij, maar ook in de GGZ en de reguliere zorg.

Als je transgender of genderdivergent bent, ervaar je ook marginalisatie.

Mensen die transgender zijn of genderdivergent hebben vaak buitenproportioneel te maken met geweld, misbruik, stigmatisering en haat.

Helaas zijn transgender en genderdivergente mensen een van de meest gestigmatiseerde en gemarginaliseerde groepen die er zijn. In de Verenigde Staten is de levensverwachting van een Zwarte trans vrouw slechts 35 jaar. Trans- en queerhaat is al jaren groeiende. Overal wordt transzorg nóg ontoegankelijker en trans mensen hebben steeds meer te maken met geweld.

Autistische queer mensen hebben én te maken met validisme, én te maken met trans- en queerhaat.

Validisme in de transgenderzorg in Nederland

De transgenderzorg in Nederland is doorspekt van transhaat. Er zijn jarenlange wachtlijsten, en wetgeving die er speciaal op gericht is om het lastiger te maken om de juiste zorg te krijgen. In grote delen van Nederland is niet eens goede transgenderzorg te vinden. Voor veel transgender mensen is transzorg helemaal niet toegankelijk. En de transhaat en geweld tegen transgender mensen in de wereld – en ook in Nederland – is al jaren groeiende. Met de aanstelling van ons nieuwe kabinet zal dit ongetwijfeld nog verder groeien.

En dat kost levens.

Voor de mensen die zowel autistisch zijn als transgender of genderdivergent kan het bijna onmogelijk zijn om de juiste hulp te vinden. Bijvoorbeeld als je genderdysforie ervaart of op een andere manier problemen ervaart met je genderidentiteit.

Dit is moeilijker door de stigmatisering van zowel autisme als genderdiversiteit: validisme én transhaat dus. Ook omdat autisme gender kan beïnvloeden is de hulp die nodig is vaak nog gespecialiseerder en daarom nog slechter te vinden. Autistische transgender of genderdivergente mensen kunnen dus vaak geen kant op. Aan alle kanten worden ze onderdrukt en tegengewerkt. Ervaringsverhalen van deze groep zijn vaak ronduit schrijnend.

Er moet dringend meer aandacht voor komen.

Transhaat in de autismezorg in Nederland

Ook in de Nederlandse autismewereld zijn er meerdere belangrijke mensen en beleidsmakers openlijk transfobisch. Dit heeft invloed op hoe men kijkt naar transgender en genderdivergente autistische mensen, en hoe men autisme en transzijn pathologiseert en niet serieus neemt.

In de afgelopen jaren als autistische activist heb ik gezien hoe beleidsmakers in de autismewereld spraken op evenementen georganiseerd door transfobe haatgroepen, en heel veel jammerlijk mislukte pogingen door niet-autistische en cisgender mensen om de relatie tussen autisme en transzijn te omschrijven.

Het is heel makkelijk om zowel autisme als transzijn in één adem te omschrijven als stoornis. Dit hindert goed onderzoek, én de participatie van autistische trans en genderdivergente mensen in dit onderzoek. En als gevolg hindert dat weer goede zorg voor ons. Ik hoop dat dit ooit zal veranderen, en dat ik een bijdrage kan doen aan het destigmatiseren van de relatie tussen autisme en gender.

Maar eerlijk gezegd? Net als veel andere queer autistische mensen zie ik de groeiende haat in deze samenleving met lede ogen toe. We hebben daarom meer dan ook de steun nodig van mensen om ons heen, en kansen om zelf openlijk over onze ervaringen te kunnen praten.