Empathie en neurodiversiteit: een gids

31 juli 2021 Door NeuroElfje

Dit artikel schrijf ik omdat er nog steeds zo veel stigma heerst in de maatschappij over empathie, en men eigenlijk niet zo goed lijkt te weten wat het precies is. Vermogens tot empathie kunnen enorm variëren tussen verschillende mensen, ook als je neurotypisch bent. Maar het is belangrijk om dit niet te verwarren met compassie, en om mensen die minder of geen empathische vermogens hebben neer te zetten als boosdoeners.

Lees ook: Slaapproblemen bij autisme en ADHD

Wat is empathie?

Empathie is een lastig en veelomvattend begrip wat betrekking heeft op onze sociale interacties. De wetenschap definieert 2, soms 3 soorten empathie. Ik vind zelf dat de eerste twee fundamenteel anders zijn dan de laatste, waardoor ik deze los van elkaar stel. Ook leg ik uit waarom compassie anders is dan de andere twee en je deze niet met elkaar zou moeten verwarren.

1. Emotionele of affectieve empathie

Het vermogen om te voelen of denken wat iemand anders voelt. Bijvoorbeeld als iemand verdrietig is, dat je zelf ook verdrietig wordt.

Misschien hebben jullie mijn vorige artikel gelezen over het dubbele empathieprobleem en de theory of mind. Er is veel onderzoek gedaan naar of, en in hoeverre autisten empathie hebben, en welke soort empathie dan wel of niet. Veel van deze onderzoeken zijn erg problematisch.

Verschillende soorten empathie hebben invloed op elkaar. Mijn persoonlijke mening (die onderschreven wordt door bijvoorbeeld de Intense World Theory) is dat autisten meestal heel veel emotionele/affectieve empathie hebben, en hierdoor soms in de war raken waardoor ze niet altijd op een neurotypische manier kunnen reageren hierop. Verschillende autisten gaan hier anders mee om. Sommigen klappen naar binnen en proberen de heftige gevoelens die van anderen binnen komen uit te bannen, anderen worden juist heel emotioneel. Je kan ook moeite hebben met bepalen welke emoties van jou zijn, en welke van een ander. Dit hoeft niet voor alle autisten te gelden, sommigen hebben oprecht minder affectieve empathie (en dat is oké!)

2. Cognitieve empathie

Dit is het vermogen om te begrijpen wat iemand denkt of voelt. Bij cognitieve empathie komen geen emoties kijken.

Door de kortsluiting die er soms ontstaat bij de emotionele empathie van veel autisten lijkt het alsof de cognitieve empathie van autisten ‘onderontwikkeld is’, terwijl dat niet zo hoeft te zijn. Sterker nog, het dubbele empathieprobleem onderschrijft dat autisten onderling over het algemeen gesproken over meer dan genoeg cognitieve empathie beschikken. Maar nogmaals: autisme is een spectrum, dus dit kan varieren per persoon.

Een tweede theorie van mij is dat cognitieve empathie bij vrijwel iedereen zo zijn limieten heeft. Het is lastig om je cognitief in anderen te verplaatsen als je iets zelf niet hebt meegemaakt. Dit zie je niet alleen bij het dubbele empathieprobleem onder autisten versus neurotypische mensen. Het is bijvoorbeeld ook zichtbaar bij discussies over racisme, validisme of gender. Net als dat een abled persoon zich niet goed bewust kan zijn van de onderdrukking van disabled personen, of een wit persoon zich niet goed kan inleven in de struggles van mensen van kleur, hebben neurotypische mensen vaak limieten als het gaat om het inleven in autisten, en andersom. Ook mensen die bijvoorbeeld al hun hele leven depressief zijn, kunnen moeite hebben met begrijpen waarom iemand vrolijk is.

3. Compassie

Hierbij onderneem je daadwerkelijk actie om iemands emotionele pijn te verminderen, of wil je actie ondernemen.

Hoe kun je het emotionele leed van iemand anders wegnemen of verminderen? Je hoeft geen emotionele empathie te hebben om compassie te tonen, vriendelijk te zijn, moralen te hebben of mensen te willen helpen. Je hoeft ook niet perfect iemand te begrijpen om iemand te helpen of je in te zetten voor een ander.

Naar mijn mening is compassie het belangrijkste van allemaal. Compassie is namelijk een keuze, en iets waar je zelf invloed op hebt. Al heb je minder empathische vermogens, je kunt ervoor kiezen om een vriendelijk persoon te zijn. 

Dat is waar de empathiediscussie ook zo steekt. Want zelfs al zou je geen empathische vermogens hebben, maakt je dat geen immoreel of emotieloos monster. Compassie is een daad, en een keuze. Empathie is een karaktereigenschap waar je niet altijd controle over hebt.

Afbeeldingsomschrijving: Foto in grijstinten van twee kinderen die met de rug naar de kijker toe over een onverhard pad lopen. Het linkerkind is iets groter dan de andere en heeft de arm over de schouder van de ander geslagen.

Minder of meer empathie hebben

Er zijn een aantal psychische aandoeningen die zichzelf kenmerken door een gebrek aan emotionele empathie, of juist hyperempathie, zoals bij autisme. Het gaat hier dan voornamelijk om cluster B-persoonlijkheidsstoornissen. Deze hebben daarom ten onrechte een slechte naam. De afgelopen maanden heb ik me flink ingelezen in de content van Cluster B-activisten op sociale media, waarvan ik een aantal onderaan in de bronvermelding zal linken.

Gebrek aan empathische vermogens is iets wat je soms een beetje kan trainen, maar waar je niet altijd controle over hebt. Vaak ontstaan persoonlijkheidsstoornissen door trauma. Soms zijn ze genetisch. Maar nogmaals: los van of je meer of minder empathische vermogens hebt, dit betekent niet dat je je niet kunt inzetten voor een ander of dat je geen moralen hebt. Het betekent niet dat je niet vriendelijk kan zijn. Compassie is een keuze. Empathische vermogens zijn een eigenschap die je in meer of mindere mate bezit.

Cluster B en empathie

De Cluster B-persoonlijkheidsstoornissen bestaan uit antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASPD), theatrale of histrionische persoonlijkheidsstoornis (HPD), borderline persoonlijkheidsstoornis (BPD) en narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPD).

Ik behandel in dit artikel maar een klein gedeelte van Cluster B, wat zeer complexe psychische aandoeningen zijn. Lees je dus vooral verder in bij Cluster B-ervaringsdeskundigen. De dingen die ik hieronder omschrijf hoeven niet het geval te zijn bij iedereen met een persoonlijkheidsstoornis. Eigenschappen fluctueren per persoon, en ook kan iemand meerdere comorbide neurotypen of stoornissen hebben die invloed op elkaar kunnen hebben.

Borderline persoonlijkheidsstoornis

BPD kenmerkt zich door emotionele hyperempathie. Dit kan zorgen voor intense emotionele reacties, die soms door buitenstaanders als buitenproportioneel worden gezien. Soms worden emotionele signalen door mensen met BPD zo sterk opgepikt, dat ze moeite hebben met deze reguleren en in perspectief plaatsen. Gezien autisten vaak ook hyperempathisch zijn krijgen ze vaak de verkeerde diagnose BPD. Dit is voornamelijk het geval bij femme presenterende autisten, vanwege de misogyne stigma’s in onze samenleving.

Narcistische persoonlijkheidsstoornis

Verminderde emotionele empathie is een kenmerk van NPD, al is het niet een vereiste. Ook hebben mensen met NPD moeite met het reguleren van hun emotionele respons, vooral als ze zich aangevallen voelen. Wat belangrijk is bij mensen met NPD is om dit in perspectief te plaatsen. Het zelfbeeld van mensen met NPD is vaak breekbaar en afhankelijk van wat andere mensen over hen denken, vooral mensen die bij hen hoog in aanzien staan. Soms zijn mensen met NPD dan ook echte people pleasers, omdat ze zich daardoor beter voelen over zichzelf.

Soms tonen NPD’ers daarom compassie om egocentrische redenen, maar dat hoeft natuurlijk niet. Er zijn ook genoeg mensen met NPD die compassie tonen naar anderen zonder dat ze dit doen om zich beter te voelen over zichzelf. De cognitieve empathie van mensen met NPD is vaak wel goed ontwikkeld, waardoor deze mensen vaak charmant, ‘likeable’ en extravert overkomen.

Antisociale persoonlijkheidsstoornis

Een belangrijk kenmerk van ASPD is een sterk verminderd vermogen tot emotionele empathie. Dit komt onder andere doordat hun eigen emotionele spectrum ook verminderd is. Mensen met ASPD zijn vaak niet of minder goed in staat om geluk te voelen, vrolijkheid, verdriet, schaamte, angst of schuldgevoelens. Dat betekent vaak ook dat ze dit slecht aanvoelen bij een ander en moeite hebben met emotionele wederkerigheid en affectie tonen. Hierdoor moeten mensen met ASPD vaak hun emoties en affectie continu maskeren met hun cognitieve empathie, wat veel energie kost.

Histrionische of theatrale persoonlijkheidsstoornis

Net als mensen met NPD is bij mensen met HPD zelfwaarde vaak afhankelijk van wat mensen van hen denken. Bij HPD uit zich dit vaak in verminderde emotionele empathie en theatraal, dramatisch gedrag, en continu in het midden van de belangstelling willen staan. De emoties van mensen met HPD zijn echter vaak oppervlakkig, wat ook effect heeft op het vermogen tot empathie.

Nog een paar dingen: 

  • Niet of juist wel empathisch zijn staat niet gelijk aan abusive of niet abusive zijn. Reken iemand dus af op hun acties, niet hun empathische vermogens. Je kan empathisch en abusive zijn. Ook is wel of geen empathie kunnen voelen of mensen niet kunnen begrijpen niet je eigen schuld (verwar kunnen dus ook vooral niet met willen!)
  • Persoonlijkheidsstoornissen zijn soms genetisch maar zijn meestal een traumarespons, en iets waar je niet altijd controle over hebt. De kans dat iemand met een persoonlijkheidsstoornis zelf een slachtoffer is is veel groter dan dat ze een dader zijn. Cluster B-misbruik of narcistisch misbruik bestaat niet – het zijn mensen die abusive zijn, niet hun persoonlijkheidsstoornis.
  • Natuurlijk geldt wat ik zeg niet voor iedere Cluster B’er, want niemand is hetzelfde. 
  • Er rust een enorm stigma op geen of weinig empathie hebben. Heb dus ook compassie voor mensen die de emoties van anderen minder goed kunnen aanvoelen of begrijpen, en houd hier rekening mee.